dinsdag 16 oktober 2012

Ik neem de consequenties voor wat ik gezegd heb


Ik wil een verklaring afleggen voor wat ik gedaan heb. Ik zeg het niet letterlijk want dat word ik niet serieus genomen. Maar de feiten spreken voor zich. Ik heb de sporen niet uitgewist. Ik ben heel open steeds geweest. Ik hebt steeds geprobeerd om het bedekt  en goed geproportioneerd te beschrijven. Want als ik overdrijf word ik niet serieus genomen, maar als in onderdrijf word ik ook niet serieus genomen. Ik probeer het juist goed te doen. Ik heb de dingen vaak gezegd. Ik heb de dingen eindeloos vaak herhaald. Maar hoe vaker ik het herhaal, hoe minder ik serieus genomen word.
Ik word gek.

Waarom houden ze zich niet aan de afspraken?
Waarom?
Wat kan ik er dan aan doen?
Wat willen ze van mij?
Wat willen ze van mij?
Waarom?
Ik vraag het toch steeds?
Waarom krijg ik geen antwoord?
Waarom helpt niemand mij?
Waarom moet ik alles alleen doen?
Ik wil niet dood.
Ik houd mijn woord.
IK WIL NIET DOOD.
Ik stop niet.

Ik heb een enorm gebrek en een enorme begaafdheid en ik probeer het een met het ander te compenseren. Als je weet dat alles wat je doet verkeerd is, wat doe je dan? Geen mens kan bepalen wat de betekenis is van de dingen die mij overkomen. Geen mens kan bepalen of ik geestelijk in orde ben. Of ik het goed of verkeerd doe.
Ik neem de consequenties voor wat ik gezegd heb.
Dat is het.

3u43. Ik ben bang in mijn eigen regels verstrikt te raken.
4u03. Ik draai in kringen. Ik moet even geen mandarijn eten.
5u05. Ik zoek een uitweg.
5u06. Steeds.
5u08. Loop ik.
5u11. Vast.

Pagina 8324. BPF. 15u01.
Waarom ben ik in mijn hoofd gaan wonen?




Fragmenten uit de zeer indrukwekkend en intense documentaire: De regels van Matthijs. 


Matthijs heeft de diagnose autist. De woningbouw vind dat Matthijs zich achter zijn autisme verschuilt en dit gebruikt om onder de verwachtte leefpatronen uit te komen. Ze dreigen hem uit zijn woning te zetten. Matthijs’ heelal stort in.
De docu is gefilmd door een goede vriend van Matthijs. Zeker kijken!
Hier te zien: http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1294131


dinsdag 9 oktober 2012

Vriend,


Hoe vaak heb ik je al niet gezegd dat ik mij geheel wil inzetten voor de psychiatrische gestoorde mens. 

En dan zit jij maar te lullen en met je hand over je kin te wrijven. Dat is zeker een tik van je? Altijd dat gepluk aan je kin.
En dan de smoesjes die je verkoopt. Dat ik niet geschikt zou zijn voor de verpleging van psychisch of psychiatrische gestoorde mensen omdat ik geen mulo-diploma zou hebben. Alsof dat ter zake doet of je diploma’s hebt.

Natuurlijk doet dat ter zake. Dat weet ik ook wel. Mijn hele leven is verpest door die rot-diploma’s. Want zeg nou zelf vriend. Waarom hebben andere wel diploma’s en ik niet? Daar zit wat achter. En wat is nou iemand met een mulo-diploma? Ik ben er zeker van dat ik dat werk net zo goed doe als iemand met een diploma. En jij bent dokter. Dus je kan het weten.

Waarom adviseer je mij dan niet? Waarom geef je ze niet de raad bij zo’n psychiatrisch instituut om mij aan te nemen? Jouw woord is immers wet. Als jij zegt dat het zonder mulo-diploma net zo goed kan dan nemen ze mij wel. Dat geef ik je op een briefje. Jij hoeft alleen maar op te bellen en te zeggen dat je iemand hebt die zich helemaal wil inzetten voor de psychische of psychiatrisch gestoorde mens en ik heb mijn levensdoel bereikt. En nou kan jij wel zeggen dat die dingen niet zo eenvoudig liggen, maar dan zijn maar smoesjes en dooddoeners. Die dingen liggen niet zo eenvoudig, mijnheer Keefman. Dat zeg je toch altijd. Die dingen liggen niet zo eenvoudig. Houd jij je zelf soms voor scherpzinnig met die stomme opmerkingen van je? Die dingen liggen wel eenvoudig. Je hoeft alleen maar op te bellen. Zo gaat het nou eenmaal in het leven. De dingen gebeuren op afspraak. En op voorspraak. Dat is het. Ik heb nooit voorspraak gehad in mijn leven. Daarom zit ik hier in het gekkenhuis. Omdat ik nooit voorspraak heb gehad in mijn leven. Anderen rollen overal binnen. Maar mij wijzen ze de deur. Ze wijzen mij de deur zeg ik je. En nou heb je weer een ander lulpraatje.

Weet je waar ik soms zo’n zin in heb? Om die stompzinnige bek van jou in elkaar te slaan. Want nou heb je weer een ander smoesje. ‘U moet het zelf doen, mijnheer Keefman. U moet het zelf doen. Als u in de B-verpleging wilt dan moet u daar zelf de nodige stappen voor zetten.’

Maar vriend je weet toch immers dat ik zo helemaal niet in de B-verpleging kan. Natuurlijk wil ik mij helemaal inzetten voor mijn psychisch of psychiatrisch gestoorde medemensen. Maar jij weet net zo goed als ik dat ik helemaal niet kan. Ik zou jou wel eens willen zien als je een gehoorgebrek had en een spraakgebrek. Dan zou jij ook niet doen alsof het allemaal maar even gemakkelijk was.

Weet je wat er aan schort? Jij wilt mij helemaal niet begrijpen. Je doet maar net of je neus bloedt. Of er met mij helemaal niets aan de hand is. Maar jij weet niet hoe eenzaam een mensen die doof is. En dan kan jij wel zeggen dat ik helemaal niet doof ben, maar dan ben jij voor mij geen dokter. Dan weet jij er geen klote van. Denk jij nou heus dat ik in een psychiatrische instituut kan gaan werken zolang er niks aan mijn gehoor gedaan is? Psychiatrisch gestoorde mensen hebben er nog meer behoefte aan dan andere mensen dat zij worden verstaan. Maar ik ben immers doof, of tenminste hardhorend en dacht jij dan heus dat ik aan kon komen kloppen voor een betrekking in de psychiatrie? Dat is immers te gek om los te lopen. Je weet zelf hoe ik gehandicapt ben door mijn spraakgebrek. Andere praten maar. En ik zit er zwijgend bij. Ik doe mijn mond niet open. Omdat ik een spraakgebrek heb. Dat sluit mij overal buiten. En nou kan jij wel zeggen dat ik helemaal geen spraakgebrek heb, maar wie kan dat nou beter weten? Jij of ik? Wat heb ik er aan dat jij briefjes schrijft om mij aan te bevelen? Zolang ik doof ben kan ik toch nergens terecht. Dus daar moet eerst mee begonnen worden. Met die doofheid. Daar ben ik mijn hele leven door achteruit gezet.

Weet je dat ik nog niet kon praten toen ik zes jaar was. En weet je wat ze zeiden? Dat ik lui was, of achterlijk. Dat het daar van kwam. Maar weet je wat mijn moeder altijd zei? Die jongen is niet achterlijk of lui. Dat heeft ze altijd gezegd. Die jongen is niet achterlijk of lui. Die jongen is doof, of tenminste hardhorend. Toen wou ze al dat ik een gehoorapparaat zou krijgen. En als ik maar de zoon van een dokter was geweest. Dan had ik dat gehoorapparaat wel gehad. Als het voor de zoon van de dokter is dan is zo’n briefje zo ingevuld en dan betaald het fonds. Maar voor mij worden er geen briefjes ingevuld. Voor het kind van een weduwevrouw is dan niet nodig. Of dacht jij misschien dat het niet zo was? Het kind van een weduwvrouw heeft geen gehoorapparaat nodig ook al is het hartstikke doof. Daarom moest ik naar de achterlijke school vriend. Alleen daarom. Omdat mijn moeder geen gehoorapparaat kon betalen en omdat het ziekenfonds het niet gaf zonder een briefje. Altijd briefjes die je nodig hebt en die je niet krijgt.

Weet je wat jij van mij maken wilt vriend? Een werkman. Ik heb jou wel door. Jij wilt helemaal niet dat ik mij voor mijn psychiatrisch gestoorde medemens na inzetten. Daar vind je mij te vies voor. Dat moeten meiden doen die altijd goed verzorgd zijn en die nergens last van hebben. Maar iemand die een gebrek heeft die mag niet in de psychiatrie. Zo ben jij ook. Want je zit nou wel altijd heilige te spelen die het allemaal zo goed bedoelt maar ik heb je door. Jij wilt een werkman van mij maken. Omdat het blijven moet zoals het is. Het mag niet anders worden. Mensen als ik moeten naar beneden getrapt worden. Dat is jullie enige kracht. Mij naar beneden trappen. Want als je daarmee ophoudt is het allemaal niet meer waard en dan ben jij geen dokter meer. Dan jij niet langer de grote mijnheer uithangen.

Weet jij wat dat is, een werkman zijn? Dat is je leven lang een pet dragen. Daar heeft mijn moeder mij altijd voor gewaarschuwd. Want ik ben meer dan een werkman. Dat zei ze, die jongen is te goed om met een pet op zijn kop te lopen. Daarom werd ik op die achterlijke school achteruit gezet. Omdat mijn moeder niet over zich heen liet lopen. Omdat ik te goed ben om wasknijpers te maken. Want daar komt het toch op neer als je een fabriek in gaat. Dat is net als hier. Dat is wasknijpers maken voor hoge heren.
Of dacht jij soms dat ik te lui ben om te werken? Nee vriend, ik ben niet lui. En ik voel mij niet te goed om mijn handen te gebruiken. Maar ik laat mij door een ander niet vertellen dat ik werkman moet worden ook al ben je honderdduizend keer dokter. Ik wil best machinebankwerker worden. Daar gaat het niet om. Machinebankwerker is een vak. Mijn moeder heeft gezegd dat een vak ook goed is. Want daar moet je voor leren. Maar wie garandeert mij dat ik voor die omscholingscursus waar jij mij naar toe wilt hebben word aangenomen? Dat is ook van de overheid! Jij weet net zo goed als ik dat ze van de smoesjes uit elkaar basrtsen. Voor machinebankwerker moet je immers algebra kennen. Als die cursus tenminste goed is. Op de ambachtsschool leren ze toch ook algebra. En hoe moet ik algebra leren als ik doof ben. Daar sta jij niet genoeg bij stil. Dat ik doof ben. Weet je wat er voor je overblijft als je doof bent? De vuiligheid. Maar jij hebt nooit in zo’n vieze stinkende keuken gewerkt. Want jij bent naar de universiteit geweest. Maar je weet wat dat zeggen wil, de hele dag borden wassen en pannen schuren? Daar wordt een mens stapelgek van. Dat is zo gemaakt om je in het gekkenhuis te werken. Anders was ik hier nooit geweest. Want je denkt toch niet dat ik hier voor mijn plezier ben.

Ja vriend, dat denk jij wel. Jij denkt, Keefman heeft het goed hier. Jij denkt, voor Keefman is alles goed. Maar is dat vreten dat je hier krijgt. Weet je dat de aardappels pikzwart waren vanmiddag? En dan zeggen ze wel dat dat overal wel een gebeuren kan maar zo heb ik het thuis nog nooit gekregen. Varkensvreten, dat is het. En dan al die oude vieze schooiers waar je mee aan tafel zit. Want jij zegt wel dat zijn 
patiënten  Maar ik zeg dat zijn helemaal geen patiënten.  Dat is tuig. Weet je wat dat hier voor een huis is. Een huis voor asociale elementen. En daar hoor ik niet thuis. Alsof dat vreten al niet smerig genoeg is. De een zit winden te laten en de ander zit te kwijlen. Daar word je toch kotsmisselijk van.
Nee vriend, tussen dat schorem van jou voel ik mij niet thuis. En hoe vaak heb ik al niet gezegd dat die oude mannetjes met hun poten van de afwas moeten afblijven. Dat kan toch helemaal niet dat zo’n seniel mannetje in de keuken staat af te wassen. En maar rochelen. Ik heb hier in huis nog nooit een boterham gehad waar geen snot op zat. En dat noem jij therapie? Ouwe vieze ventjes over mijn eten laten bazen. Daar zijn de meiden toch voor. Ook zoiets hier in huis. Die meiden. Zijn dat verpleegsters. Ze zijn niks beters dan hoeren. Ik ben heus niet kinderachtig maar wat die meiden durven heb ik nooit gezien. Korte rokken zijn modern. Maar het is toch niet nodig dat zo’n slet met haar benen zo wijd uit elkaar zit dat je de haren kan zien zitten. Waar lijkt dat op. En dat mag omdat de een mulo-diploma hebben.
Weet jij wat het de gemeenschap kost om die meiden naar de mulo te sturen? Daar is subsidie voor nodig. Anders waren al die scholen er niet. En die subsidie komt uit mijn zak. Van mijn centen worden scholen betaald en universiteiten en daarom heb ik rechten begrijp je. Maar die meiden zijn te besodemieterd om hun poten uit te steken. Afwassen is toch zeker hun werk al hebben ze dan een mulo-diploma. Maar ze wassen niet af omdat ze te geleerd zijn. Omdat ze met zo’n zwart kruisje op hun jurkje lopen. Weet je wat ze doen de hele dag? Rapporten schrijven, Waar moeten hier nu rapporten over geschreven worden? Of het mij wat kan schelen dat mijnheer Jansen in zijn nest heeft gescheten. Daar wordt toch niets aan gedaan. Mijnheer Jansen schijt iedere nacht in zijn nest. En wij liggen in de stank. Maar dat kan niet schelen dat ik in de stank lig. Jij zit in je mooie huis bij je jonge vrouw. Het is hier een armoedige troep. Wat moeten die meiden rapporten schrijven.

Dat is ook weer zoiets waardoor ze een ander tegenhouden. Want het gaat natuurlijk helemaal niet om die rapporten. Het gaat erom dat ze kunnen laten zine dat ze de mulo gehad hebben. Dat ze beter hebben leren schrijven dan een ander. En een fatsoenlijk meisje dat veel beter zou kunnen zorgen voor de psychisch dan wel psychiatrisch gestoorde mens mag dienstbode worden. Omdat ze geen rapporten heeft leren schrijven. Dat is de manier waarop ze je tegenhouden. Wat heeft het genezen van mensen te maken met een mulo-diploma of met de universiteit.

Weet je wie een dokter was? Jezus. Die genas mensen. En die had helemaal geen geleerdheid nodig. Jezus genas mensen omdat hij de goedheid in zich droeg. Dat is het wat bij jullie ontbreekt. Jullie kennen de goedheid niet. Daarom zit jij in je kamertje allerlei geleerde rapporten over mij te schrijven. Maar een behoorlijk gehoorapparaat is er niet bij. Omdat je de liefde niet hebt.

Weet je waarom ik geen rapporten kan schrijven? Omdat ik niet kan liplezen. Want ik had helemaal nooit naar een achterlijke school gemoeten. Ik had naar een school gemoeten voor hardhorende dan wel dove kinderen. Dan had ik liplezen geleerd. Dan had ik leren schrijven. Dan had ik net als al die meiden en die knullen die hier in de verpleging zijn een mulo-diploma gehad. Dan had ik ook rapporten kunnen schrijven.


Jan Arends. Schrijver en alcoholist met een zeer onrustige geest. 

donderdag 4 oktober 2012

Ik voel me als een dode vogel die verteld word te vliegen


Tijdens het Straatfotografie-project vorig jaar kwam ik deze jongen tegen. Ik was al enkele uren in Nijmegen aan het fotograferen en al die tijd zag ik hem daar zitten. Hij zag er nogal somber uit en de Carpe Diem tekst waar hij tegenaan zat maakte het nogal ironisch. Ik besloot een praatje met hem te gaan maken.
Toen ik hem vroeg hoe het ging reageerde hij nogal geïrriteerd en zei: ‘ Hoe ziet eruit? Ik heb de tijd van mijn leven, nou blij?’
Ik legde hem uit wat ik aan het fotograferen was en liet hem de foto zien die ik van hem gemaakt had. Hij keek achterom. Hij had al die tijd niet door dat de tekst Carpe Diem achter hem stond.
‘Dat is idd ironisch.’zuchte hij. ‘Pluk de dag….gevangen in de dag ja….pluk, pluk, pluk…plukken in de gevangenis.’
Hij moest even grinniken toen hij doorhad dat dat een beetje vreemd klonk. Daarna werd zijn blik weer somber. 'Ik pluk niet eens van een uitkeringen ofzo.'
‘Ik voel me als een dode vogel, die verteld word te vliegen.’

Laatst liep ik door Nijmegen en zag dit stuk beton achter een hekwerk. Op het gras ervoor lag een dode vogel. Ik moest meteen aan deze jongen denken. 


dinsdag 2 oktober 2012

VOLGENS PSYCHIATER BOERBOOM GAAN MENSEN DOOD DOOR HET DRUGSVERBOD EN NIET DOOR DRUGS


Een interview met psychiater Simon Boerboom over drugs met, naar mijn mening, nogal vreemde en nietszeggende uitspraken en vergelijkingen.

Het begint al met de inleiding van het stuk waarin hij het negatieve advies van de Eerste Hulp over de aanschaf van een auto vergelijk met de negatieve reactie over drugs van een psychiater.  “Ze zien alleen maar de nare gevolgen” is de conclusie uit deze vergelijking. Buiten het feit dat niet iedere psychiater ‘alleen maar de nare gevolgen’ ziet, vind ik deze vergelijking echt totale onzin die niks met elkaar te maken heeft. Een advies over het aanschaffen van een auto heeft vrij weinig te maken met de Eerste Hulp en hij doet met deze uitspraak net of ‘drugs’ en  ‘psychiater’ net zo ver uit elkaar liggen als ‘een auto aanschaffen’ en ‘de Eerste Hulp’.


"In plaats van alleen maar de schadelijke gevolgen van drugs te onderzoeken moeten we juist kijken naar de mogelijkheden ervan. Zegt Simon."



Daarna vergelijkt hij het overlijden aan drugs of alcohol met de 15 mensen die per jaar overlijden tijdens het bergbeklimmen. “Als ik dood ga dan is dat iets tussen mij en mijn vrouw. Daar heeft niemand last van.”

Volgens de cijfers van de EMCDDA, Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving, 2011, sterven er in Nederland 12 per miljoen inwoners van 15 – 64 aan een drugsgerelateerde oorzaak. Nederland telt meer dan 16 miljoen inwoners, dus dat zijn 192 personen per paar. Deze situatie lijkt me toch een stuk zorgwekkender dan die van de bergbeklimmers. De enige feitelijke vergelijking tussen bergbeklimmen en drugsgebruik is in zijn uitspraak dus dat er aan alle 2 mensen overlijden. Daarbij is de opmerking dat niemand last zal hebben van iemands overlijden buiten degene waarmee hij getrouwd is, echt heel bekrompen.

“Je kan niet zeggen: een drug is slecht of goed. Je moet kijken naar de dosering, de situatie en het effect. Van heroïne kun je inderdaad dood gaan als je te veel neemt, omdat je dingen krijgt als ademhalingsproblemen, obstipatie en kleinere pupillen. Als je iedere dag gaat gebruiken stellen je hersenen zich daar na een paar weken op in.”

Hmmmz…volgens mij is het krijgen van kleinere pupillen niet iets waar je dood aan gaat. Zijn uitspraak komt mij nogal luchtig over. Van heroïne kan je overlijden door veel verschillende dingen. Natuurlijk de overdosis. Heroïne dempt gevoelens als kou, honger en pijn. Het niet voelen van kou kan vooral in de winter ernstige gevolgen hebben. Door het niet voelen van honger krijg je dus te weinig of zelfs geen voedsel binnen. En door het niet voelen van pijn kunnen ziektes en infecties o.a. door het gebruik van een onhygiënische spuit te laat worden opgemerkt. Heroïne zorgt voor een daling van de hartslag en een langzamere ademhaling kan lijden tot ademhalingsstilstand en bewustzijnsverlies.

“Ze gaan niet dood aan de drugs, tenzij aan een verkeerde dosering of verontreiniging met andere stoffen. Ze gaan dood aan hepatitis C en hiv, omdat ze vieze spuiten gebruiken. Mensen gaan dood door de gevolgen van het verbod."

Nee, mensen gaan dood door alles wat hierboven staat en hun eigen toedoen. Er is geen verbod op schone spuiten. Hij vertelt zelf in zijn verhaal dat een patiënt van hem zijn spuiten bij de drogist haalde. Om te voorkomen dat je, in dit geval, heroïne gebruikt met verontreinigden stoffen zijn er door heel Nederland punten waar je de drug kan laten testen. Ook een verkeerde dosering ligt niet aan het verbod op het gebruik. Dat doen de gebruikers toch echt zelf.

“Wat je je moet bedenken bij drugs is dat het effect afhankelijk is van drie dingen: de dosering, hoe je je voelt en in welke omgeving je het gebruikt. In de Vietnamoorlog gebruikten ze bijvoorbeeld Dexamphetamine om wakker te blijven.”

Om even een totaal niet relevante situatie aan te kaarten!

“Ik heb nicotineafhankelijke vrienden. Als ik vraag: “Goh, ben je afhankelijk van nicotine?”, dan zien ze dat echt niet zo. Ze  zijn het wel—maar het is overal te krijgen! Hun lichaam loopt schade op, maar maatschappelijk blijven ze normaal functioneren.”
Maar met nicotine kun je gewoon werken.
“Met heroïne ook”

Ja, nicotine afhankelijke mensen lopen lichamelijke schade op. Nicotine laat het hart sneller kloppen, zorgt voor een hogere bloeddruk en schade aan de binnenkant van de bloedvaten en zorg voor vernauwing van de bloedvaten. Koolmonoxide zorgt voor een slechtere conditie. Je krijgt een vreselijke rokers-hoest om het teer uit je longen te krijgen. En je kan verschillende longaandoeningen krijgen als Astma, COPD en longkanker. Ook kan het mond- en keelkanker veroorzaken en is er een vergrote kans op hart- en vaatziektes. Maar nicotine onderdrukt geen gevoelens, je blijft er bij eten en drinken en je krijgt er geen waanideeën van of in een psychose raken. Daarom kunnen mensen die verslaafd zijn aan nicotine in tegenstelling tot een bepaalde groep drugs verslaafde maatschappelijk blijven functioneren.

“Het wordt pas een probleem als je het (de drugs) niet op tijd krijgt.” 

“De fout die altijd gemaakt wordt is dat mensen uit de verslavingszorg voorlichting geven. En die zien natuurlijk alleen de shit.”

 Deze uitspraken hebben geen verder commentaar nodig denk ik zo…

“Ik wil het verhaal erachter weten. Wat als je nou geen heroïne gebruikt? “Nou,” zeggen ze dan, “dan hoor ik die stemmen.” Ah! Ze gebruiken het dus om van die stemmen af te komen. Achter ieder middel zit een verhaal, en je moet achter die verhalen komen wil je er wat mee kunnen.”

Achter ieder middel zit een verhaal…moet dat niet zijn: achter iedere gebruiker zit een verhaal? Of ben ik nou te veel aan het muggenziften?

Gelukkig zegt hij ook wel ergens in zijn verhaal dat hij mensen niet zou aanraden om heroïne te gaan gebruiken....

Het hele interview en de discussies door voor-en tegenstanders die zijn ontstaan, is te lezen op:
http://www.vice.com/nl/read/volgens-psychiater-boerboom-gaan-mensen-dood-door-het-drugsverbod-en-niet-door-drugs-

Ik ben benieuw wat jullie ervan vinden!

Daklozen en hun favoriete boek

De VICE (www.vice.com) houdt zich bezig met werkelijk van alles: lelijke tenen, slaven die zich aanbieden via Facebook, de nieuwste nagel-trend onder festivalgangers...je kan het zo gek niet bedenken of ze hebben er een topic over. In onderstaand verhaal heeft iemand 5 daklozen naar hun favoriete boek gevraagd.

“Moeilijke en ellendige verhalen hoef ik niet te lezen.”
“Als ik een boek lees krijg ik een brok in mijn keel omdat ik niet meer kan leven zoals de hoofdpersonenmaakt niet uit wat voor soort boek het is. Ze doen dingen die ik nooit meer zou kunnen doen.”
“Ik zou echt geen boek over daklozen willen maken. Ik lees liever.”



IK VROEG VIJF DAKLOZEN NAAR HUN FAVORIETE BOEK
door Emil Pabon

Ik ging naar Amsterdams grootste passantenverblijf (75 slaapplekken voor drie euro per nacht) omdat ik benieuwd was naar wat de daklozen lezen en wat hun favoriete boeken zijn. In de boekenkasten van het verblijf zijn vooral afgedankte pulpboekjes uit de jaren ’70, dus om wat fatsoenlijk leesvoer te krijgen moeten de daklozen naar de bibliotheek in het centrum of halen ze wat bij de kringloopwinkel. Ik ging in de eetzaal zitten en begon daar gesprekken met de daklozen die zich klaar maakten voor hun overnachting. 





Marius

De boeken die heb gelezen zouden niet in deze eetzaal passen. Ik heb niet echt een favoriete. Reis door de Nacht, een oorlogsboek over ’40 - ’45, heb ik wel meerdere keren gelezen, terwijl ik dat normaal nooit doe. De eerste keer dat ik die las was ik een jaar of zestien. Telkens als ik die zie liggen blader ik er weer even doorheen. Ik heb bijna alle Nederlandse literatuur over de Tweede Wereldoorlog gelezen. Die verhalen hebben wat aparts. Ik vroeg in mijn jeugd altijd een boek voor mijn verjaardag en las toen vooral boeken over cowboys en Indianen
Arendsoog, ken je dat? Nu lees ik vooral thrillers, ik wil toch wel spannende boeken lezen. Romantiek kom ik niet doorheen. Favoriete schrijvers heb ik ook niet. Voor Rowling heb ik wel respect. Zij had gewoon een uitkering, had dat boek van Harry Potter al liggen en toen een vriendin dat las was het klap klap klap. Zij schreef dat uit vrije wil. Andere schrijvers schrijven omdat ze een contract hebben, met deadlines. Ik zou echt geen boek over daklozen willen maken. Ik lees liever.

David




Ik lees niet veel. Ik zit niet meer in de maatschappij sinds ik dakloos ben; ik werk niet meer, ik heb geen huis meer, kom niet meer in de sauna, heb niks. Als ik een boek lees krijg ik een brok in mijn keel omdat ik niet meer kan leven zoals de hoofdpersonen
maakt niet uit wat voor soort boek het is. Ze doen dingen die ik nooit meer zou kunnen doen. Vroeger las ik natuurlijk wel. Simenon, een Franstalige schrijver, las ik nog weleens. Leuk geschreven, niet te bloeddorstig. Maar echt een favoriet boek kiezen is moeilijk. Als dakloze lees je wat je voor je voeten krijgt. Ik film liever, ik ben nu bezig met een film over de veiligheid in Nederland. Op m’n YouTube-kanaal kun je m’n andere films zien.

Santana (wilde niet op de foto)




Ik lees vooral Spaanse boeken, omdat ik nog niet zo goed Nederlands kan. Ik ben nu een romantisch boekje aan het lezen, maar de titel ben ik vergeten. Ik lees niet zo heel vaak. Ik hou wel van de liefde in romantische boeken. Het zijn mooie verhalen, ze zijn positief. Moeilijke en ellendige verhalen hoef ik niet te lezen. En ik kan de romantische boeken boeken gebruiken om met vrouwen te praten, haha.

Antonio





De titel kan ik niet uitspreken
—die was in het Arabisch. Het verhaal gaat over hoe mensen met elkaar omgaan in modern Egypte. In dat verhaal laat de schrijver de verschillen zien tussen de mensen van 80 jaar geleden en nu. Het gaat over wat voor dingen er gebeuren als je ouder wordt. Vroeger kon ik 50 telefoonnummers onthouden, nu nog maar één. Niet dat het daarover gaatdat is even een voorbeeld. En mensen denken alleen nog maar aan zichzelf. Als we zo verder gaan dan worden we allemaal onderdeel van een grote machine. Ik ben er wel anders door gaan denken. Over hoe ik contact heb met andere mensen en hoe ik dat zo menselijk mogelijk kan houden.

Joseph




Ibn Battutah. Dat boek gaat over een man die vanaf zijn 17de twintig jaar lang de hele wereld over heeft gereisd. In elk land heeft hij wat geschreven, en uiteindelijk is dat allemaal samengevoegd door zijn zoon
maar dat weet ik niet zeker. De man kwam uit een klein dorpje in Marokko en kende niets anders dan dat dorp en de islam. Hij wilde meer weten van de wereld, van andere culturen, religies, ander eten. Hij ging naar India en daar heeft hij het hindoeïsme gevolgd; hij ging naar Tibet en daar heeft hij tussen de boeddhisten geleefd. Ik vind dat ook interessant, om af te vragen wat er nog meer is. Dat gaat je anders doen nadenken. Ik heb het nog niet gelezen, trouwens. Ik heb het te druk met wat andere dingen die ik eerst op orde moet krijgen, maar ik heb het boek al liggen en dat is het eerste boek dat ik ga lezen.